De naam ‘Pesto’ komt van het Italiaanse werkwoord ‘pestare’. Dit betekend stampen in het Italiaans. Pesto wordt gemaakt in een marmeren vijzel met een houten stampers. Blenders maken de olie in de pesto te warm en hierdoor zal de basilicum gaan garen.

De afkomst van de ingrediënten is zéér belangrijk. De basilicumblaadjes moeten uit de Genuese wijk Pra komen, de olijfolie uit de streek Ligurië, de knoflook afkomstig uit Vessalico en het moet zowel Parmezaanse kaas als pecorino bevatten.

Ingrediënten:
50 gram basilicum blaadjes
15 gram Italiaanse pijnboompitten
100 ml extra vergine olijfolie
75 gram geraspte Parmezaanse kaas
30 gram geraspte pecorino
2 teentjes verse knoflook
Zeezout

Bereiding:
Was de basilicumblaadjes zonder ze te beschadigen en laat deze opdrogen. Pel de knoflook en rasp de kazen.

Begin nu met het stampen van de gepelde knoflook en voeg naar een paar keer goed stampen wat zeezout toe. Stamp het zeezout nog een halve minuut mee. Voeg nu de basilicumblaadjes toe aan de knoflook en stamp deze helemaal fijn zijn. Wanneer de basilicumblaadjes helemaal fijn zijn kan je ook de pijnboompitten toevoegen. Stam deze ook helemaal fijn.

Nadat de knoflook, basilicumblaadjes en pijnboompitten fijn zijn gestampt voeg je vervolgens de pecorino en een scheutje olijfolie toe. Voeg nu de geraspte Parmezaanse kaas toe en de rest van de olijfolie. Stamp het geheel nog een laatste keer fijn en roer het goed door.

Je hebt nu een smeuïge, groene saus waarin je alle ingrediënten lekker zal proeven. In Italië wordt pesto vaak gegeten met pasta. Er zijn ook nog alternatieven, zoals: ‘Pesto rosso’ en ‘Pesto di rucola’.